OH, EDNA!

 

Liedrecital rond de eigenzinnige Amerikaanse dichteres Edna St. Vincent Millay (1892-1950)

Henriette Feith, sopraan en Maurice Lammerts van Bueren, piano

Oh, Edna! is een liedprogramma rondom de Amerikaanse dichteres Edna St. Vincent Millay (1892-1950). Een gedurfde, veelzijdige Amerikaanse schrijfster wiens werk toneelstukken, essays, korte verhalen, liederen en het libretto van een -zeer goed ontvangen- opera omvat. Haar pad naar roem en bestverkopende auteur van het land begon in grote armoede. Ze baarde opzien met haar onconventionele leefstijl en waagde zich onbevreesd buiten bekende poëtische onderwerpen. Zij was buitengewoon eigenzinnig en is nu nog een inspiratie voor velen. Het duo Feith/Lammerts van Bueren brengen haar woorden op muziek van componisten als Bernard Wagenaar, Margaret Bonds en Jonathan Dove naast liederen van tijdgenoten van Edna zelf zoals Aaron Copland. Aan het einde van haar leven raakte Edna bevriend met de Nederlandse dichteres Marie Vasalis. Componist Joost Kleppe componeerde het schitterende lied Avond aan zee (uit De vogel Phoenix) speciaal voor dit programma.

Stel je de jaren ’20 en ’30 voor in Greenwich Village, New York. Waar ondanks de drooglegging het nachtleven welig tiert, waar de grootste schrijvers en kunstenaars van hun tijd samenkomen. Hier vinden we F. Scott Fitzgerald en zijn Zelda, E.E. Cummings, Hemmingway. Ook Edna St Vincent Millay is hier, af en aan. De beroemdste literaire heldin van de Jazz Age. Over haar zei de Engelse schrijver Thomas Hardy eens: “only two good things have come from America – skyscrapers and Edna St Vincent Millay”.

Ze brak landelijk door op haar negentiende met het nog immer ongelofelijk indrukwekkende gedicht Renascence. Zij was de eerste vrouw die een Pullitzer Prijs voor poëzie won. Hiervoor had ze al bijna drie jaar in Parijs gewoond en leerde zij kunstenaars als Man Ray en Konstantin Brancusi kennen. Ze genoot een ongekende populariteit ondanks haar grillige leven, haar biseksualiteit en haar openhartige, onconventionele standpunten. Ze stond op de omslag van tijdschriften, reisde de Verenigde Staten door om voor volle uitverkochte zalen haar gedichten voor te dragen en las haar werk voor tijdens landelijk uitgezonden radioprogramma’s. Ze schreef toneelstukken en een opera. En verkocht midden in de Grote Depressie 50.000 exemplaren van één dichtbundel.

My candle burns at both ends;
It will not last the night;
But ah, my foes, and oh, my friends—
It gives a lovely light! *

De poëzie was soms schokkend en schandaleus, misschien niet voor het artistieke Greenwich Village maar toch zeker voor de rest van het land. Niettemin wordt ze door eminent literair criticus Hariet Munroe “the greatest woman poet since Sappho” genoemd.

I, being born a woman and distressed
By all the needs and notions of my kind,
Am urged by your propinquity to find
Your person fair, and feel a certain zest
To bear your body’s weight upon my breast:
So subtly is the fume of life designed,
To clarify the pulse and cloud the mind,
And leave me once again undone, possessed.
Think not for this, however, the poor treason
Of my stout blood against my staggering brain,
I shall remember you with love, or season
My scorn with pity,—let me make it plain:
I find this frenzy insufficient reason
For conversation when we meet again.*

Uit haar biografie en haar brieven komt een vrouw naar voren die het de mensen om haar heen niet gemakkelijk maakt. Ze is hard, ze wijkt niet. Niet voor opdrachtgevers, niet voor mannen of vrouwen die verliefd op haar worden, niet voor conventies. Meedogenloos, maar tegelijkertijd toont ze een grote toewijding en trouw naar haar familie, naar zeer goede en levenslange vrienden, en naar haar echtgenoot en grote liefde, de Nederlander Eugen Boissevain.

Na haar overlijden in 1950 raakt zij in de vergetelheid. Haar grillige, promiscue levensstijl en de drank -en drugsverslavingen lijken haar nagedachtenis te bepalen, niet haar werk. Al kort na haar overlijden worden haar gedichten niet eens meer opgenomen in verzamelbundels van Amerikaanse gedichten.

Met name de jongste generatie liedcomponisten heeft haar werk weer ontdekt en het is mede hierdoor dat zij ook ons leven is binnengeslopen. En precies 100 jaar nadat zij de Pulitzer Prijs won hebben wij een programma gemaakt dat aan haar gewijd is. Met liederen op haar verzen maar ook liederen op teksten van Baudelaire en Frederico García Lorca, van wie zij gedichten vertaalde. En een spiksplinternieuw lied, Avond Aan Zee, van de Nederlandse componist Joost Kleppe, speciaal voor dit programma geschreven, op tekst van de Nederlandse dichteres Vasalis, met wie Edna goed bevriend was.

Deze eigenzinnige en onbeschaamde dichteres, deze “superstar poet” komt zo weer, gelukkig, in de schijnwerpers te staan. Door de muziek van o.a. Bernard Wagenaar, Margaret Bonds, Jonathan Dove en vele anderen.

*Fragment en sonnet uit A Few Figs for Thistles, 1920 en The Harp Weaver and Other Poems, 1923