SONNETT FÜR WIEN

Wenen, hart van Europa, ademt klassieke muziek van alle tijden. Ook rond 1900 tot in de jaren ’30 hartstochtelijk kunstminnend met vele salons, concertzalen en theaters. Sonett für Wien laat muziek horen van grote componisten in bijzonder roerige tijden: het Fin de Siècle, de Eerste Wereldoorlog en de opmaat tot de tijd waarin de stad voor altijd zou veranderen.

Henriette Feith, sopraan en leden van het Wittgenstein Project
Folke Nauta, piano

Janneke van Prooijen, viool – Elisabeth Smalt, altviool – Michiel Weidner, cello brengen bijzondere liederen en instrumentale kamermuziek van Johann Strauss – Brahms – Labor – Mahler – Richard Strauss – Korngold – Bricht – Léhar

Op 11 april 2021 gaven de leden van het Wittgenstein project samen met Henriette Feith een bijzonder concert. Bijzonder vanwege het programma, maar ook omdat het, midden in de corona lockdown, een publiek zonder publiek was. De live-stream van toen is nu via deze link te beluisteren: https://youtu.be/ByLxQ1JNOwY

Over het programma
Er is geen stad die zo ondergedompeld lijkt in de klassieke muziek als Wenen. Naast de vele concertzalen en operahuizen zijn er de vele standbeelden van componisten, de straten en pleinen met componistennamen, en kris-kras door stad stervormige tegels in de stoep met hun namen, als een soort Hollywood Walk of Fame. Een van de allermooiste operahuizen ter wereld is hier, en met de Wiener Philharmoniker heeft de stad een van de beste orkesten ter wereld in huis. Wenen “ademt” klassieke muziek.

Het willen programmeren van een concert dat in het teken staat van deze stad is nogal ambitieus. Waar te beginnen? Maar als je dit programma stoelt op de persoon Paul Wittgenstein, de eigenzinnige concertpianist die in de Eerste Wereldoorlog zijn hand verloor, heb je vele beroemde componisten in één klap met elkaar en de stad verbonden. De Oostenrijker Wittgenstein (1887- 1061), telg uit een schatrijke familie, kon het zich veroorloven om bij de grootste componisten van zijn tijd linkerhand repertoire te bestellen. Het concert voor de linkerhand van Maurice Ravel is hiervan het meest bekend. Minder bekend is dat er ook heel veel kamermuziek voor Wittgenstein werd gecomponeerd, en hiervan zal een selectie te horen zijn.

Rudolf Braun componeerde meerdere werken voor Wittgenstein, maar zijn Serenata viel wel bijzonder bij deze in de smaak en werd zelfs door hem als “favoriet” bestempeld. De veel bekendere componist en pianist Josef Labor, net als Braun blind, was goed bevriend met de zeer muzikale familie Wittgenstein, en woonde bij hen vaak muzikale avonden bij waar hij, onder vele anderen, ook de oudere Johannes Brahms ontmoette. Vanaf het moment dat Brahms in 1862 in de stad was aangekomen, tot zijn overlijden in 1897, was hij een graag geziene gast in het paleis van deze zeer cultureel geëngageerde, steenrijke familie. Hij vertegenwoordigt in dit concert ook een vroegere generatie componisten. Brahms overleed een jaar vóór de geboorte van Erich Korngold, een andere componist die voor Paul componeerde. Zijn lied Sonett für Wien werd de titel van het programma. Dit grootse lied, deze ode, deze liefdesverklaring aan het Wenen van zijn jeugd was het laatste lied dat hij componeerde, in de Verenigde Staten, vier jaar voor zijn dood in 1957.

Ook via Korngold zijn allerlei verbanden te leggen met grote Weense componisten op het programma. Zoals met Gustav Mahler, die hem als klein kind al tot genie had bestempeld bijvoorbeeld. Een ander boegbeeld, die Korngold zelf als inspirator beschouwde, was Richard Strauss. Met zijn tijdgenoot Walter Bricht deelde Korngold die andere kant van dat glorieuze Wenen. Net als Paul Wittgenstein moesten ook zij uiteindelijk hun stad verlaten omdat ze Joods waren; zij vertrokken naar Amerika.
De muziek bestrijkt, grof gezegd, de periode 1860 tot 1953. Van de hoogtijdagen van de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije met vroege liederen van Brahms, een strijktrio van Richard Strauss en een onmiskenbare wals van Johann Strauss II, tot de jaren ’90 van de negentiende eeuw. Toen werden het pianokwartet van Labor en het onwaarschijnlijk prachtige “Morgen”, ook van Richard Strauss, gecomponeerd. Over de eeuwwisseling heen klinkt tweede-generatie operette componist Franz Léhar. Uit de inmiddels dreigende jaren ’30 zijn het stralende “Was du mir bist” -Korngold- en de Klavierstücke van Walter Bricht.